Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Israel of Juda zal niet in [12]weduwschap gelaten worden van zijn God, van den HEERE der [13]heirscharen (hoewel [14]hunlieder land vol [15]van schuld is), van den [16]Heilige Israels. 12. Anders, geen weduwnaar, of gene weduwe gelaten worden. Het Hebreeuwse woord alman wordt alleen hier gevonden, betekenende iemand, die in den weduwlijken staat gesteld, of gelaten is, gelijk almana ene weduwe betekent. De manier van spreken ziet op het geestelijk huwelijk, dat God met zijn volk gemaakt had; alsof Hij zeide: Al is het dat mijn volk een tijdlang alzo gehandeld is alsof het niemand toebehoorde, of haar man en beschermer dood ware, en zij van hem en van ieder verstoten en verlaten ware, zo zal nochtans zulks niet altoos duren; Ik zal nog tonen dat zij mijne getrouwde is, en hare zaak ter hand nemen, en het ongelijk, dat haar gedaan is, wreken; vergelijk Joh.14:18. 13. Zie 1 Kon.18:15. 14. Te weten van Israel en Juda. Anders: dewijl hunlieder land; [te weten der Chaldeen], enz. 15. Of, verwoesting, die zij met hunne zonde verschuldigd hebben. Anderen duiden dit op de Chaldeen aldus: Want hun [der Chaldeen] land is vol schuld tegen, of vanwege den Heilige Israels; dat is, om de zonden, die de Chaldeen tegen God gedaan hebben, waarom Hij hen straffen zal; vergelijk boven hfdst.50 vs.19. 16. Zie Ps.71:22.